4 Hoogholtje

Over het Hoogholtje en langs het Schipborgsche Diep: je vindt hieronder de beschrijving van een korte wandeling op deze plek.

Je loopt vanaf stopplek 4 van de fietstocht door het bos richting de beek, waar je een hoog houten bruggetje ziet. Het bruggetje wordt veel gebruikt door wandelaars, een prachtige plek om over te steken! Er loopt een smal pad vlak langs de beek, ook heel mooi om daar langs te lopen en tussen de bomen door de beek te zien stromen. Op het kaartje zie je de route van de beschreven wandeling.

Hoogholtje

Bij A ga je over het Hoogholtje: een hoog houten loopbruggetje over het Schipborgsche Diep. Hoogholtje is de Drents/Groningse naam voor een hoge houten brug. Door de hoogte kon men met schuiten met een hoge belading onder zo’n bruggetje doorvaren.


Als je op het bruggetje staat heb je een mooi uitzicht over de beek naar beide kanten. Je ziet het brede dal en ook duidelijk weer het meanderen van het diepje door het dal. Het water heeft een bruine kleur. Dit wil niet zeggen dat het vies is, maar het duidt op de aanwezigheid van ijzerhoudend kwelwater. Dit is opwellend water uit de ondergrond, dat naast regenwater het water levert aan de Drentsche Aa.

Hoogholtje: de hoge houten loopbrug over het Schipborgsche diep

Ruitervoorde

Even voorbij de brug kom je bij de voorde: een doorwaadbare plek. Vroeger was een voorde meestal de enige mogelijkheid om de beek over te steken. De ondergrond moest hard genoeg zijn om niet weg te zakken. Een voorde werd vaak verhard met platte veldkeien. De voorde hier maakt deel uit van een route voor ruiters.


Als je even af wilt koelen: trek je schoenen en sokken uit en ga op blote voeten door de voorde. Voel het water stromen!
Op de bodem van de beek kun je op sommige plekken ribbels zien die door de stroming zijn gemaakt. Je kunt hieruit de stroomrichting afleiden. De ribbels bestaan uit sediment (zand) en staan loodrecht op de stroomrichting.

Ruitervoorde

Beek en grasland

Bij de bocht zou je nog eens goed kunnen kijken naar het stromen van het water. Eventueel kun je een blaadje of een klein takje in het water gooien en kijken hoe snel het meegevoerd wordt en of er ook verschil is tussen de stroomsnelheid in de binnen- en buitenbocht.

In en langs het water leven heel wat dieren, van groot tot klein. Als je straks langs de beek loopt kun je sporen van de bever vinden bijvoorbeeld. Maar ook allerlei vissen komen hier voor, ook al zie je ze niet. Een bijzondere vis is de rivierprik, die vanuit zee naar zijn paaiplek verder stroomopwaarts trekt om zich daar voort te planten.

Ook kun je hier ongeveer van mei tot september de weidebeekjuffers zien. Een libellesoort met een vlinderachtige vlucht, die alleen voorkomt op plekken waar het water schoon en zuurstofrijk is, met overhangende oeverplanten die als uitkijkpost dienen. De eitjes worden onder water op waterplanten afgezet. De larven leven 1 á 2 jaar in het water.

Weidebeekjuffer vrouwtje: metaalachtig groen.
weidebeekjuffer mannetje: glanzend blauw met zwarte vlekken op de vleugels.

Ook de Amerikaanse rivierkreeft komt voor in dit gebied. Er zijn een paar verschillende soorten die van oorsprong niet voorkomen in Nederland maar zich nu wel steeds verder uitbreiden. Ooit een keer ontsnapt uit aquaria of uitgezet. Vooral de rode Amerikaanse rivierkreeft kan problemen geven als er grote aantallen komen. Gelukkig is dat niet het geval in het stroomgebied van de Drentsche Aa. Hier wordt alleen de gevlekte Amerikaanse rivierkreeft gevonden tot nu toe en niet in grote aantallen.

Zoek de plant!

13 april: Op een heel natte plek groeien dotterbloemen in het gras. Het is verwarrend, want er groeit hier ook veel speenkruid. De planten lijken een beetje op elkaar. Bij de dotterbloem is alles een beetje groter dan bij het speenkruid en het bloemetje is anders. Beide horen bij de ranonkelfamilie, net als de boterbloemen.
Dotterbloem: 5 gele kroonblaadjes
Speenkruid: 8 gele kroonblaadjes.

Zoek de plant!

Klaverzuring. Deze plantjes groeien op vochtige plekken in eiken-beuken bos. Tijdens deze wandeling kun je ze vinden onder de bomen naast het smalle bospaadje langs de beek. Het blad lijkt op klaverblad, maar het bloemetje beslist niet, het is een andere familie, de klaverzuringfamilie.
aan de top van een stengeltje 3 blaadjes bij klaverzuring

De 3 blaadjes kunnen heel goed hun stand aanpassen aan het licht. Ze kunnen omhoog en omlaag op het aanhechtingspunt en ze kunnen zich ook vouwen over de middennerf. De plantjes lijken in het voorjaar heel teer, maar in de grond zit een wortelstok waaruit ze groeien. Bloeitijd april-mei. Later vruchten die open kunnen springen om de zaden te verspreiden.

Door het bos langs de beek

Ga terug naar de brug en neem het smalle pad links vlak langs de beek. Zie je hoe het water de bochten in de oevers heeft uitgeslepen en zie je de stroomribbels? Je loopt hier door een mooi stukje bos. Waar het pad helemaal van de beek afbuigt kun je dezelfde weg terug nemen. Op de route terug zie je toch weer andere dingen. Eventueel kun je op de terugweg op de splitsing links gaan, dan kom je ook weer bij de brug en kun je zo weer naar de fietsen lopen.

Als je verder fietst kruist het fietspad het Anlooër Diepje, direct als je in meer open gebied komt. Je fietst dan langs mooie graslanden waar onder andere orchideeën kunnen bloeien in het voorjaar (mei en juni).

Terug naar de fietsroutebeschrijving.


Meer informatie: