Dieren op ons pad bij de Duunsche Landen in 2021, een logboek

Op deze pagina foto’s en soms wat informatie over diverse dieren die we gezien hebben tijdens het lopen van de beschreven wandelroute bij Duunsche Landen, op verschillende momenten in 2021. We noemen lang niet alle dieren die we zagen, alleen al met de insecten kun je vele pagina’s vullen als je goed rondkijkt!

Snel naar de gewenste maand:

augustus

juli

juni

10 februari: Het heeft een paar nachten stevig gevroren


Roodborstje op het ijs van de oude meander.

Geluid Roodborst

Nijlganzen. In tegenstelling tot de naam zijn ze ingedeeld bij de eenden. Bijzonder om te zien. Ooit ontsnapt als siervogel en nu talrijk aanwezig in ons land. Is hier het hele jaar door. Kan broeden onder struiken bij water, maar ook in verlaten nesten van bijvoorbeeld reiger of buizerd. Eet planten, in grasland, op akkers of waterplanten.

Geluid Nijlgans

Heel veel reigers langs de Hunze, het water is bevroren. Voor reigers een paar lastige dagen om voldoende voedsel te vinden. Ze zoeken hun voedsel in het water: vissen en andere waterdieren. Ze eten ook wel mollen en muizen. Veel reigers trekken weg in de winter om dit soort periodes te ontvluchten. Degene die gebleven zijn hebben het zwaar, vooral als de vorst lang aanhoudt. Dat was nu niet het geval, ze hebben het vast wel overleefd. Op de voorgrond molshopen. Genoeg mollen, maar die verstoppen zich ook goed bij deze temperaturen!

Geluid Blauwe reiger

21 februari: een paar dagen later, heel ander weer: zon, warm

Citroenvlinder

Waar een week eerder de reigers nog koud langs de bevroren beek stonden te kleumen vliegt er nu een citroenvlinder langs de bosrand! Eèn van de vroegste vlinders in het jaar. De soort overwintert als vlinder, bijvoorbeeld in hulst, klimop of braam. Zodra de temperatuur oploopt kunnen ze actief worden.

De mannetjes zijn zo citroengeel als op de foto, de vrouwtjes bijna wit. Nectar wordt zo vroeg in het jaar onder andere gehaald bij wilgen, die bloeien in deze tijd. Eitjes worden afgezet op jonge blaadjes van sporkehout (ook wel vuilboom genoemd) en wegedoorn. De groene rupsen kunnen op deze struiken te vinden zijn in het voorjaar. De nieuwe vlinders komen tevoorschijn vanaf juli, dan is er dus weer veel kans op het zien van citroenvlinders!

30 maart: mooi weer, er beginnen bloemen tevoorschijn te komen, het wordt even echt voorjaarsachtig.

Dagpauwoog

Dagpauwoog, ook al vroeg te zien dus. Overwintert als vlinder op een koele, droge plek, bijvoorbeeld in een holle boom of in een schuur. Zoekt in het vroege voorjaar nectar van onder andere sleedoorn, klein hoefblad of paardebloem. Later in het jaar kun je deze vlinders op meer soorten planten zien. De eitjes worden afgezet op de grote brandnetel. De rupsen zijn zwart met witte stipjes en harig. Eind juni komt de 2e generatie tevoorschijn.

Vaak zie je de vlinders op kale grond zitten, uit de wind, om op te warmen in de zon.

Gewone pad

De padden zijn van het land naar het water in de oude meander getrokken om zich voort te planten. Ze maken ook geluid, een beetje zacht. Als je op onderstaande link klikt kom je op de site van Ravon. Dit is een kennisorganisatie die zich richt op de studie en bescherming van in Nederland voorkomende amfibieën, reptielen en vissen. Als je daar op de site van de pad even naar beneden scrolt kun je het geluid van de pad beluisteren.

Geluid Gewone pad

Er worden lange snoeren van eitjes in het water gelegd, rondom takken of waterplanten gewikkeld. Er komen zwarte larven uit de eitjes, die eerst nog in grote groepen blijven, maar later solitair leven. Van mei tot begin juli komen de jonge padden op het land. Het voedsel van padden bestaat uit mieren, kevers en insectenlarven. De meeste amfibieën kunnen niet goed in water leven waar ook veel vis is, omdat ze dan opgegeten worden. Padden scheiden gifstoffen uit via hun huid, daarom worden zij vaak met rust gelaten door de vissen.

Roodborsttapuit. Niet gezien in de winter, de meeste trekken naar Zuid_Europa of nog iets verder. Nu weer met meerdere hier bij Duunsche Landen aanwezig. Het is ook echt een gebied waar deze vogel zich thuis kan voelen, ze zoeken hun voedsel en nestgelegenheid graag in de overgangsgebieden van open ruimte en bos.
Roodborsttapuit (vrouwtje) op jacht om het insect linksboven te pakken.

Geluid roodborsttapuit

23 april: de temperatuur is vrij laag deze maand

Aardhommel op sleedoorn
Mooi te zien hoe het stuifmeel in klompjes bewaard wordt op de achterpoten om het mee te kunnen nemen naar het nest.
Een haasje krijgt ons in de gaten in het grasland naast het fietspad.
Klein geaderd witje op witte dovenetel

Een meerkoet zwemt in de Hunze. Even ontstaat er een conflict met iets tussen de planten. Het duurt even voordat ik zie met wie. Er blijkt een waterhoentje te zijn.

Geluid meerkoet

Geluid waterhoen

Tussen de planten aan de kant zit dus een waterhoen verstopt.
Rood snaveltje met gele punt.
We lopen op de dijk langs de Hunze als er ineens een bruine kiekendief langs vliegt, richting Duunsche Landen.

Geluid bruine kiekendief

Hier is de bruine kiekendief in conflict met een zwarte kraai, boven de picknicktafels. Als er een roofvogel vliegt zie je vaak dat de kraaien er op af gaan.

10 mei. De temperatuur blijft aan de lage kant, het is bewolkt.

10 mei: Langs het fietspad bij het bos horen we vaak de zanglijster. Verschillende melodietjes, elk melodietje een aantal keren achter elkaar herhaald. Fotograferen valt niet mee. Toch lukt het uiteindelijk om een (donker) plaatje te schieten.

Geluid zanglijster

In het open veld is het een feestje van leeuwerikgezang. Vaak hoor je ze wel, maar zie je ze niet omdat ze hoog in de lucht staan.

Geluid veldleeuwerik

De huiszwaluw, herkenbaar aan de witte stuit. Er vliegen veel heen en weer boven het grasland, op jacht naar insecten.

geluid huiszwaluw

De jonge blaadjes van de els worden aangevreten door het prachtig glanzend blauw-zwarte elzenhaantje. De kevertjes paren en leggen oranje eitjes op de onderkant van de bladeren, later verschijnen de zwarte larven. Gelukkig kan de els er redelijk goed tegen dat er zoveel gaten ontstaan, maar het moet niet te gek worden natuurlijk.

15 mei, wat warmer, maar bewolkt, onweer dreigt

Een heel donkere winterkoning, snel heen en weer springend van de ene tak naar de andere tussen de struiken in het stukje bos bij de oude meander...

Geluid winterkoning

De grasmus, zingend in het topje van één van de struiken bij het bruggetje over de oude meander. Concurrerend met een paartje roodborsttapuiten boven in de andere struiken, mooie plek om deze vogeltjes te zien.

Geluid grasmus

De rietgors doet ook dapper mee.

Geluid rietgors

Een klein geaderd witje op fluitenkruid. Er zijn niet veel vlinders te zien, de keren dat we hier gelopen hebben tot nu toe was het niet echt zonnig.
Een groene gaasvlieg of goudoogje, deze viel op door de glans tussen de grassprieten. Beide namen spreken voor zich. Hun larven eten heel veel bladluizen, de volwassenen leven van de honingdauw die bladluizen uitscheiden en van stuifmeel.
Duitse schorpioenvlieg. Dit is een mannetje. Het rode gedeelte aan het achterlijf is een soort omhooggekrulde tang als van een schorpioen. Hiermee wordt het vrouwtje vast gepakt tijdens de paring.
Dit is een vrouwtje, achterlijf wel rood, maar niet opgekruld. Schorpioenvliegen kun je op veel plekken vinden, langs bosranden en in struiken. Leuk om eens op te letten. Hier zitten ze op look zonder look.
Hier de schorpioenvlieg van opzij. Flinke snuit, hiermee worden dode insecten gegeten of honingdauw van luizen.

20 mei, het blijft kil voor de tijd van het jaar

Er zijn steeds meer insecten te zien. Niet te doen om alle verschillende soorten hier te laten zien. Maar een paar kan natuurlijk wel!

Grote dansvlieg op fluitenkruid. Er zitten veel insecten op de bloemen van het fluitenkruid.
Groene bladsnuitkever op brandnetelblad.
Variabele waterjuffer. Boven op het schouderstuk zie je een streep. Bij de variabele waterjuffer is de streep onderbroken, waardoor het lijkt op een uitroepteken. Op de site van de vlinderstichting is veel informatie over libellen en vlinders te vinden.
Via deze link is de herkenningskaart van blauwe juffers te downloaden.

Hooibeestje. Te zien tussen eind april en eind september. Een vlindertje van ruigten en bloemrijke graslanden.
Landkaartje. Onderkant van de vleugels.
Landkaartje. Bovenkant van de vleugels. De voorjaarsgeneratie heeft een andere kleurverdeling dan de latere zomergeneratie.
Oranjetipje, vrouwtje. Nog net te zien dat de onderkant van de vleugel flink groenig gevlekt is. Het vrouwtje heeft geen oranje vleugelpunten zoals het mannetje, dat maakt het een stuk lastiger om te zien welk soort vlinder het is als ze voorbij vliegt!
Geen dier te onderscheiden op de foto. Maar voortdurend horen we het geluid van de kwartel uit het grasland. Moeilijk te zeggen waarvandaan precies, of hoeveel kwartels er roepen, het geluid van een kwartel is moeilijk te peilen. Het is één van de laatste trekvogels die terugkeert uit het zuiden, zo eind april, begin mei. En begin augustus is de eerste alweer vertrokken, vaak helemaal naar het Sahel om daar te overwinteren. De kwartel zoekt lage gewassen om in te broeden en voedsel te zoeken. Meestal plantaardig voedsel als zaden, maar ook wel stengels en blaadjes en soms insecten.

Geluid kwartel

7 juni

Geelbandlangsprietmot. Duidelijk waarom het dier langsprietmot heet!
Een optocht van kikkervisjes bij de brug over de oude meander. Het blijft maar doorgaan, allemaal dezelfde kant op.
Kroosvlindertje op holpijp. Een nachtvlindertje, vliegt steeds boven het water bij de brug.
Een ooievaar zweeft in cirkels boven het gebied.

Geluid ooievaar

Viervlek
Vuurjuffer

14 juni, warme dag

Bont zandoogje, langs de bosrand
Lantaarntje, te herkennen aan het donkere achterstuk met alleen aan het eind een blauw segment
Vroege glazenmaker, groene ogen, verder bruin. Vliegt heel veel heen en weer, op zoek naar insecten om te vangen als prooi. Eindelijk heel even zittend voor een foto……….
Paring variabele waterjuffer, mooi te zien dat het mannetje een uitroepteken op het schouderstuk heeft.

14 juni: ’s middags op zoek naar de wilgenwespvlinder……..

’s Middags op stap met Anneke, die veel van nachtvlinders weet en tellingen doet voor de nachtvlinderatlas van Drenthe. We gaan kijken of de wilgenwespvlinder hier voorkomt bij Duunsche Landen. Wespvlinders laten zich bijna niet zien. Er is nu een systeem bedacht om met feromonen wespvlinders te lokken. Elk soort wespvlinder produceert zijn eigen soort feromonen, dus voor elk soort moet je apart onderzoek doen. Wij werken deze middag met de feromonen van de wilgenwespvlinder. Erg leuk om dat een keer mee te maken, je ziet deze vlinders bijna nooit.

Lokemmer met een blokje er in waaraan feromonen van de wilgenwespvlinder zijn toegevoegd. De lokemmer wordt in een wilg gehangen en dan is het afwachten….
het lokemmertje met 2 wilgenwespvlinders

Het lukt, er komen binnen een kwartier twee vlinders op de feromonen af.
De wilgenwespvlinder hoort bij de nachtvlinders, maar vliegt overdag. Het verschil tussen dag- en nachtvlinders is te zien aan de voelsprieten. Bij dagvlinders eindigt de voelspriet in een knopje, bij nachtvlinders niet. Je kunt op de foto zien dat de voelsprieten van de wilgenwespvlinder als het ware geveerd zijn, ze eindigen niet in een knopje. De meeste nachtvlinders vliegen ’s nachts, maar sommige soorten zijn dus overdag actief.
De rups leeft in stammen, takken en twijgen van de waardplant; vaak ook in gezwellen of gallen. 

De wilgenwespvlinder in het emmertje. Goed te zien hoe de vleugel doorzichtig is met mooie zwarte randen en stukken rood erin.
Wilgenwespvlinder

In de nacht zijn er heel veel verschillende soorten nachtvlinders te zien, veel meer soorten dan dagvlinders overdag. Lastig dat onze ogen in het donker niet zo goed werken! Soms worden er avonden georganiseerd waarop je mee kunt kijken met de mensen die nachtvlinders lokken om te tellen. De moeite waard om een keer te zien wat er allemaal rondvliegt als het donker is.

24 juni

Nog een nachtvlinder die overdag regelmatig te zien is: het gamma-uil.
Te herkennen aan de de opvallende zilverkleurige Y-vormige vlek in het midden van de voorvleugel.
Bruin zandoogje, een dagvlinder van graslanden.

Glassnijder, vrouwtje. Haar gekromde achterlijf wijst op het afzetten van eitjes in plantendelen in het water.
Glassnijder, mannetje

Iets heel anders dan vlinders en libellen: een gesneuvelde mol. De pootjes waarmee hij prima kon graven zijn nog heel goed te zien, verder is het meer een leeg velletje.. De aanwezigheid van mollen wijst op een gezond bodemleven: regenwormen vormen de voornaamste voedingsbron voor mollen. Dat er mollen leven is wel duidelijk door de molshopen en gangen die je hier kunt vinden.

In de bosjes bij de oude meander, dicht bij de Hunze: een kneu. Een mannetje, want vrouwtjes hebben geen rood in hun verenkleed. De kneu trekt in de winter naar het zuiden, Spanje en Marokko. Er zijn ook overwinteraars in Nederland op plekken waar voldoende voedsel is: zaden, want de kneu is een echte zaadeter.

Geluid kneu

7 juli

Metaalvlinder op jakobskruiskruid. De metaalvlinder is een dagactieve nachtvlinder, vliegt vooral bij zonnig weer, van half mei tot begin augustus. Veldzuring en schapenzuring zijn de waardplanten.
Ook op jakobskruiskruid: de rups van de kleine beer, een nachtvlinder.
Boerenzwaluw

Over het water van de beek scheren razendsnelle boerenzwaluwen, op jacht naar insecten.
Ze hebben een nestje gebouwd in een hoekje onder de brug over de Hunze. Het nest wordt gemaakt van klei en leem, modder dus, dat opdroogt tot een mooi nestje. In september en oktober verzamelen ze zich in groepen om naar het zuiden te vliegen, ze overwinteren in West en Centraal Afrika. Tussen eind maart en begin juni keren ze weer teug in ons land om te broeden.

geluid boerenzwaluw

27 juli

Gewone oeverlibel, op het fietspad.
Een mannetje, want vrouwtjes zijn geel.
verstopt tussen de planten: een houtpantserjuffer
Een tuinhommel bezoekt de bloemetjes van de reuzenbalsemien.
Kleine bijvlieg op boerenwormkruid
Veel insecten op de gewone berenklauw. Kleine rode weekschild.
Steenrode heidelibel. Te herkennen aan de rode kleur, zwarte poten en zwarte “hangsnor”.

11 augustus

Een versleten blauwtje in het gras……..
Steenrode heidelibel. Vrouwtje. Het rode mannetje staat hierboven afgebeeld bij 27 juli…..
Een steenhommel op knoopkruid
Een pluimvoetbij, volgeladen met stuifmeel.
Atalanta, op koninginnekruid.
Niet alleen veel insecten, maar ook veel slakken genieten van de planten.
Heesterslak
Heesterslak onderweg
Puttertjes in de boom
Grote bonte specht, flink aan het hameren

actueel Anlooer Diep bever bos braakbal dieren Drentsche Aa duinen Duunsche Landen es hei heide heksensnot Hondsrug hunebed hunze ijstijd insect insecten kikker kunstmest kwelwater kymelsberg libel mieren mierenbroodje mol muis pad paddenstoel plant planten reiger samenwerking schapen schimmel sporen strubben verdroging vlinder vogel weilanden wind zand zoogdier

Naar het totaaloverzicht van extra informatie