De das: een prachtig dier!

Een das zul je niet snel zien omdat deze dieren vooral ’s nachts actief zijn. Toch zijn er veel sporen van dassen te vinden.

De das was ons grootste inheemse landroofdier, totdat de wolf zich weer in Nederland vestigde. Hij behoort tot de familie van de marterachtigen. Zijn veel kleinere familieleden in Nederland zijn o.a. steenmarter, boommarter, bunzing, hermelijn en wezel. Ook de otter hoort bij de marterachtigen.

De das is een sterk, gedrongen gebouwd dier met korte, sterke poten. Zijn lichaamsbouw doet denken aan de bruine beer (geen familie). Ook zijn manier van lopen is praktisch hetzelfde, een karakteristiek hobbelgangetje. Het zijn beide zoolgangers, lopen dus net als de mens op de volledige voet. De das heeft aan de voorpoten vijf lange nagels, aan de achterpoten vijf korte. Dat verschil is te zien als je sporen vindt.

pootafdruk das

Een volwassen das weegt zo’n 12 tot 17 kilogram. Hij kan wel vijftien jaar oud worden, maar in Nederland ligt de gemiddelde leeftijd rond de vijf jaar. Dit komt voornamelijk doordat er jaarlijks veel sneuvelen in het verkeer.

Waar kun je dassen vinden?

Dassen houden van een afwisselend landschap. Ze hebben bos nodig van enige omvang om beschermd een burcht te kunnen bouwen, in zandgrond. Het moet er niet druk zijn, en ook niet te nat. Bij voorkeur bouwen ze de burcht aan bosranden of in houtwallen, in de buurt van gras of akkerland en water. Ze hebben plekken nodig waar ze naar hun lievelingsmaal, regenwormen kunnen zoeken. De burcht ligt normaal hoog en droog.

Het voedsel

Dassen zijn alleseters. Dat is vreemd, want ze hebben zeer krachtige kaken. Daarin lijken ze op wolven en beren die hun prooi met grote kracht en vasthoudendheid moeten overmeesteren. Je verwacht dan ook helemaal niet dat zo’n groot dier als lievelingsmaal wormen heeft! Daar moeten ze dus wel heel veel van eten en dat doen ze ook. Ze kunnen met hun neus als het ware ruiken waar de wormen zitten. Als ze gevonden zijn wordt de grond omgewoeld met de snuit en de worm er uit gehaald. De gaten die zo ontstaan met het omwoelen noemen we snuitputjes. Die kunnen wel 10 cm in doorsnede zijn.

foto met behulp van wildcamera
Snuitputje van de das

De das is niet kieskeurig in wat hij eet, hij neemt met van alles en nog wat genoegen: larven, kevers, slakken, granen (mais bijvoorbeeld) en vruchten zoals eikels, bessen, van de boom gevallen fruit. Ook eet hij wel kleine dieren als bijvoorbeeld muizen, jonge vogeltjes en eieren, mollen, egels…………

In de winterperiode is het voedselaanbod minimaal, zeker tijdens vorstperiodes. Dan blijven ze soms dagen lang in hun hol en teren op vetreserves die ze in het najaar hebben opgebouwd.

Sporen van dassen

Pootafdrukken en snuitputjes zijn al genoemd. Wat ook vaak zichtbaar is zijn de vaste sporen die de das volgt van de burcht naar het gebied waar ze voedsel zoeken en weer terug. Deze sporen volgt hij ’s nachts voornamelijk op geur. Deze zogenaamde dassenwissels zijn vrij smal en volgen vaak een strakke lijn. Ook kunnen haren gevonden worden bij bijvoorbeeld een hek of aan prikkeldraad waar ze onderdoor gaan. De haren zijn vaak wit met een stukje zwart en aan de punt weer wit.

haren in het prikkeldraad

Een andere karakteristieke aanwijzing voor de aanwezigheid van dassen zijn ‘mestputjes’. Dit zijn zelf gegraven kuiltjes van zo’n tien tot vijftien cm diep. In tegenstelling tot die van een kat blijven mestputjes van de das open. Je vindt ze in de omgeving van de burcht of het foerageergebied. Dassen gebruiken ze ook om de grenzen van hun territorium mee aan te geven.

dassenwissel

De dassenburcht

Een dassenburcht wordt ook wel eerd, bouw of wrang genoemd. Een burcht bestaat uit een uitgebreid gangenstelsel met kamers onder de grond. De gangen hebben een doorsnee van 30 cm en lopen naar kamers en verbinden de kamers met elkaar. De kamers hebben een doorsnee van 50 cm en worden bekleed met gras, pijpenstrootje, varens, mos en bladeren. Dat nestmateriaal neemt de das mee de burcht in door het tussen zijn kin, borst en voorpoten te klemmen. De das gaat dan achteruit de burcht in.

Een burcht heeft vaak meerdere uitgangen met een stortberg aan zand ervoor. De uitgangen zijn zo gemaakt dat de burcht geventileerd wordt . Ook de positie van de storthopen zorgt voor maximale ventilatie. Dassen hebben een zeer sterk reukvermogen waardoor ze in de burcht kunnen ruiken of er buiten de burcht gevaar dreigt. Ze kiezen dan een andere uitgang of blijven in de burcht.

De opening van een dassenburcht is vaak ovaal en verschilt daarin van een vossenhol dat vaak rond is. Maar vossen huizen vaak ook in dassenholen. Soms zelfs samen met de das, maar dan in een verlaten deel van de burcht.

Wanneer kun je dassen tegen komen?

Dassen zijn nachtdieren, pas tegen de avondschemering komen ze tevoorschijn. Het tijdstip is mede afhankelijk van de locatie van de burcht. Op ongestoorde plaatsen komen ze vaak vroeger naar buiten.

Hun gezichtsvermogen is niet ideaal voor hun nachtelijk bestaan. Vooral ’s nachts zien ze slecht met hun kleine oogjes. Maar ruiken kunnen ze des te beter. Na hun nachtelijke voedseltochten keren ze ’s morgens tegen de schemering terug naar de burcht. Het zijn sociale dieren, families gaan gewoon bij elkaar op bezoek. De dassen op de nachtopname op de foto kwamen elkaar tegen, begroetten elkaar door aan elkaar te ruiken en gingen daarna samen verder op stap.

ontmoeting tussen twee dassen

Nachtdieren?

Dassen worden tot de nachtdieren gerekend, maar van origine zijn het vermoedelijk dagdieren. Waarschijnlijk zijn ze door vervolging en verstoringen gedwongen tot een nachtelijke manier van leven. Maar de das ging zijn leefwijze waarschijnlijk ook aanpassen door de landbouwcultuur die zich zo’n 7000 jaar geleden over Europa begon te verspreiden. In die tijd zal zijn voedsel veranderd zijn. Weilanden werden bemest waardoor er steeds meer regenwormen konden leven en er werd graan en fruit verbouwd. Voor regenwormen kun je beter in de vochtige nacht op pad als ze naar de oppervlakte komen om hun eigen voedsel te halen………

Bronnen:
Stichting Das&Boom (www.dasenboom.nl)
Veldgids Europese zoogdieren
(www.knnvuitgeverij.nl)


actueel Anlooer Diep bever bos braakbal dieren Drentsche Aa duinen Duunsche Landen es hei heide heksensnot Hondsrug hunebed hunze ijstijd insect insecten kikker kunstmest kwelwater kymelsberg libel mieren mierenbroodje mol muis pad paddenstoel plant planten reiger samenwerking schapen schimmel sporen strubben verdroging vlinder vogel weilanden wind zand zoogdier

Naar het totaaloverzicht van extra informatie